T H O R T V E I T I E T
(Sc,Y)2Si2O7 - monoklien - hardheid 6-7
- Nateland, Iveland -
Thortveitiet is één van de meest belangrijke mineralen van het Evje/Iveland-gebied. In 1903 werd een mineraal van de Landsverk III mijn foutief als epidoot geïdentificeerd. Pas in 1911 werd een exemplaar van hetzelfde mineraal, maar nu van een mijn in Iveland, geïdentificeerd als een compleet nieuw mineraal met het zeldzame metaal scandium als hoofdcomponent.
Het mineraal is vernoemd naar Olaus Thortveit, de persoon die monsters van dit mineraal naar prof. Schetelig in Oslo stuurde.
Gedurende een kortere periode heerste een bescheiden "thortveitiet-goudkoorts" in Evje, zeker toen in de vijftiger jaren de U.S.A. scandium nodig had voor research doeleinden. De prijs van thortveitiet steeg toen tot 7-16 noorse kronen per gram, en er wordt gezegd dat er zelfs 19,-/gram geboden werd. Dat was toendertijd vele malen de prijs van goud.
Theodor Gautestad zou in de zestiger jaren voor 170.000 kronen thortveitiet in één partij aan de U.S.A. Verkocht hebben.
De interesse voor scandium nam daarna snel af, aangezien de gehoopte technologische toepasssingen zich niet lieten realiseren.
Hedentendage is scandium vooral belangrijk als legeringsmetaal met aluminium, waardoor de sterkte enorm verhoogd wordt. De MIG straaljagers van de Sovjet Unie dankten hun superieure vlieg-eigenschappen aan het gebruik van scandium, waardoor de straaljagers veel lichter waren dan die van de U.S.A. en tevens aan hogere krachten blootgesteld konden worden.
Hernieuwde belangstelling voor scandium gedurende de negentiger jaren leidde opnieuw tot aandacht voor de vindplaatsen van thortveitiet in ons gebied, maar geen van deze werd geacht een winstegevende exploitatie te kunnen garanderen.
Thortveitiet is op zichzelf geen spectaculair mineraal, en kan niet direct als "mooi" worden aangemerkt. De kristallen zijn meestal grijs-groen, tot soms zelfs wit, vormen lange, relatief dunne staafjes met een spitse top, en zijn meestal ingebed in veldspaat.
Er zijn voor zover bekend de laatse paar jaren geen goede vondsten van thortveitiet gedaan.
|